Drie vragen over de Omgevingswet aan Waterschap Rivierenland

We spreken Rens Spierings en Paul Burger, beide Data Managers bij Waterschap Rivierenland.

De Omgevingswet betekend voor ons een grote omslag in onze datavoorziening. Eerst toonden we alleen de normwaarden, de dingen die officieel toegekend en vergund werden, op onze kaart. Maar voor het beoordelen van vergunningen en mogelijke veranderingen in de buitenruimte maakt het niet uit of iets officieel vergund is of niet. Als ergens een sloot ligt kun je er niet iets anders bouwen. Dus ook objecten die nog in aanbouw zijn of illegaal geplaatst moeten we kennen om de juiste beslissingen te nemen. 

We hebben een verschil analyse gedaan tussen onze kaart, die we de legger noemen, en de BGT. Daar kwamen heel erg veel verschillen uit. Die resultaten hebben we aan de toezichthouders gegeven en die hebben per situatie met een Collector App gekeken of er een aanpassing nodig was in onze legger of in de BGT. Daar kwamen zo’n 20.000 opmerkingen uit. Een enorm project dus wat nu in de afrondende fase zit.

Doordat onze officiële datavoorziening niet de werkelijkheid buiten liet zien, alleen de juridisch goedgekeurde werkelijkheid, ontstonden er veel schaduwarchieven. Dit werkte verwarrend en inefficiënt. Nu met de omgevingswet en het DSO hebben we één kaartbeeld en één waarheid. Dit gaat de communicatie en de samenwerking, en daarmee de efficiëntie ten goede komen. 

Daarnaast zagen wij als geo-afdeling het belang van datakwaliteit al veel langer, maar dankzij de omgevingswet is het belang ervan ook op hogere bestuursniveaus duidelijk. Dit maakt dat er nu veel kan waar wij al heel lang om vroegen. En ook het belang van locatie als verbinder tussen verschillende processen en niveaus wordt meer gezien.

We hebben veel werk en aandacht gestopt in het op orde brengen van de data. Maar als we straks met de omgevingswet gaan werken is het nog wel de vraag hoe we de data op orde gaan houden. Hoe gaan we het beheer doen? Veel processen moeten nog beter uitgewerkt worden, wie gaat wat doen en is waar verantwoordelijk voor?

De technische uitdaging is de kleinste, technische mogelijkheden zijn er wel of worden gemaakt. De grootste uitdaging is het meekrijgen van de mensen. Onder druk van de omgevingswet worden er intensieve veranderingen doorgevoerd in de organisatie. Iedereen die erbij betrokken is moet snappen, weten waar je het voor doet, erachter staan. Maar onder druk wordt alles vloeibaar.