ArcGIS Desktop: Data & Metadata
Hoe krijg ik meerdere CAD-bestanden uit één of meer feature classes?
Soms is het nodig om individuele features van één of meerdere feature classes op te slaan als verschillende CAD-bestanden.
Antwoord
Dit is mogelijk door het speciale CAD-veld ‘DocPath’ aan te maken en te gebruiken. Dit veld is een speciaal CAD-veld die de functionaliteit van de Export to CAD tool beïnvloedt. Zodra de Export to CAD-tool (ArcGIS Desktop Advanced licentie) een feature tegenkomt met een geldige waarde in het veld ‘DocPath’, kan deze worden gebruikt als het pad van een output CAD-bestand.
1. Voeg een veld toe met de naam of alias ‘Docpath’. Hiervoor kan een veld worden gebruikt in een gerelateerde tabel (m.b.v. een join). Het tekstveld ‘DocPath’ moet voldoende karakters kunnen bevatten om de paden naar de CAD-bestanden op te slaan.
2. Vul het veld ‘DocPath’ in met het pad, de gewenste naam en extensie van het aan te maken CAD-bestand.
3. Open de Export to CAD-tool. Deze tool staat in de Conversion toolbox en kan ook gevonden worden met de zoekfunctie. De tool kan ook direct geopend worden door met de rechtermuisknop op een feature layer in de Table of Contents te klikken, en daarna op Export to CAD te klikken onder Data. In het geopende venster kan de input, outputtype en outputlocatie worden aangegeven. Als de optie ‘Ignore paths in table’ aanstaat, zullen de waarden in het ‘DocPath’ veld worden genegeerd en worden de features weggeschreven in het doelbestand, zoals opgegeven in het dialoogvenster. Als de optie niet aanstaat, worden de features met geldige waarden opgeslagen op de locaties die in het veld ‘DocPath’ zijn aangegeven. Het outputtype wordt dan ook bepaald door de extensie die in het ‘DocPath’ veld staat. Features met ongeldige waarden worden opgeslagen zoals in het dialoogvenster is aangegeven.
Het is daarnaast mogelijk om bestaande CAD-bestanden aan te vullen of te overschrijven. Met de ‘Append to existing files’ optie kan bestaand CAD-bestand worden aangevuld met de input features. Door ‘Overwrite the output of geoprocessing operations’ onder de Geoprocessing Options aan te zetten, kunnen bestaande CAD-bestanden worden overschreven. Als een opgegeven bestand nog niet bestaat, zal dit bestand worden aangemaakt. Bij het aanmaken van nieuwe CAD-bestanden zal altijd gebruik worden gemaakt van het opgegeven seedbestand in het Export to CAD-dialoog. (Dit seed bestand kan worden aangemaakt in AutoCAD. Deze bevat specifieke instellingen, attributen en andere basisinformatie die met de CAD bestanden meegegeven kunnen worden).