ArcGIS Enterprise
Hoe kan ik een verbinding maken met een Oracle database via Oracle Easy Connect?
Er zijn verschillende manieren om vanuit ArcGIS een verbinding te maken met een database. Sinds versie ArcGIS 10.1 is het mogelijk om gebruik te maken van Oracle Easy Connect. In dit artikel wordt omschreven hoe dit in zijn werk gaat.
Sinds versie ArcGIS 10.1 is het mogelijk via Oracle Easy Connect verbinding te maken met een Oracle Database. Alle Esri producten die verbinding kunnen maken met een database kunnen met Easy Connect werken, dus ook bijvoorbeeld ArcGIS Pro en ArcGIS Server. Hiervoor is het wel belangrijk dat Oracle zodanig is geconfigureerd dat dit mogelijk is. Wanneer er gekozen is voor een full install van de Oracle client moet het sqlnet.ora bestand zodanig geconfigureerd worden dat Easy Connect mogelijk is. De Oracle server moet geconfigureerd zijn om Easy Connect syntax te accepteren.
Om te controleren of Oracle op de juiste manier is geconfigureerd kan je het volgende doen:
- Start Oracle Net Manager op
- Ga aan de linkerkant naar ‘Local > Profile’
- Aan de rechterkant: Selecteer ‘Naming’ en ga naar het tabblad ‘Methods’. Kijk of ‘EZCONNECT’ onder ‘Selected Methods’ staat (zie screenshot hieronder).

Indien EZCONNECT nog aan de linkerkant staat selecteer deze dan en klik op het pijltje naar rechts. Eventueel kan je deze dan vervolgens aan de rechterkant selecteren en op ‘Promote’ klikken om hem bovenaan in het lijstje te zetten. Ga vervolgens naar ‘File’ (links bovenin) en kies voor ‘Save Network Configuration’. Het sqlnet.ora bestand zal nu geüpdate worden.
Om een verbinding te maken met de Database doe je het volgende: Ga in ArcCatalog naar ‘Database Connection’ en dubbelklik hierop om het Database Connection scherm op te starten. Kies bij ‘Database Platform’ voor ‘Oracle’. Bij ‘Instance’ zijn er de volgende mogelijkheden voor het samenstellen van de ‘Instance’ string:
- De naam van de Oracle server/Oracle service name of ID. Stel dat Oracle is geïnstalleerd op ‘myserver’ en de Oracle service naam is ‘myosvc’, dan wordt de string:
myserver/myosvc - De naam van de Oracle server:Oracle port number/Oracle service naam of ID. Stel dat Oracle is geïnstalleerd op’ myserver’, gebruikt maakt van port 60000 en de Oracle service name is ‘myoservice’, dan wordt de string:
myserver:60000/myoservice - De URL van de Oracle server. De URL voor dezelfde instance als in het voorbeeld hierboven wordt:
//myserver:60000/myoservice - De naam van de Oracle server (dit kan worden toegepast wanneer de Oracle listener op de server zodanig is geconfigureerd dat het naar een default instance wijst).
- Het IP adres van de Oracle server/Oracle service naam of ID. Stel het adres van de server is 10:10:10:10 en de Oracle service naam is ‘oravc’, dan wordt de string:
10:10:10:10/orasvc
Bij IPV6 adressen moeten er vierkante haken om het adres gezet worden. Voorbeeld:
[4000:vu5:0:0:f666:h191:77f5:i2rs]/orasvc - Het IP adres van de Oracle server:Oracle port nummer/Oracle service naam of ID. Stel dat het IP adres 10.20.30.40 is, de port 59999 en de Oracle service ‘myomy1’ heet, dan wordt de string:
10.20.30.40:5999/myomy1
Bij een IPV6 adres ziet de structuur er als volgt uit:
[6543:eo4:0:1:f587:l249:12f9:w3ud]:59999/myomy1
Hieronder een voorbeeld van hoe het scherm ingevuld kan worden. Hier is gebruik gemaakt van de combinatie naam van de Oracle server/Oracle service name.

Meer informatie over de Oracle instant client is te vinden onder bijvoorbeeld https://www.oracle.com/technetwork/database/features/oci/ic-faq-094177.html.