ArcGIS Online
Actions configureren in een Operations Dashboard
Met ArcGIS Dashboards kunnen gegevens overzichtelijk en dynamisch worden weergegeven. Het inzicht dat een dashboard biedt, kan helpen conclusies te trekken op basis van de geografische data. Om gebruikers een meer interactieve ervaring te bieden met een dashboard kunnen acties worden geconfigureerd. Selecteer bijvoorbeeld een aantal punten op de kaart en alle elementen in het dashboard geven direct alle informatie weer die u daarover beschikbaar hebt. Het configureren van acties in ArcGIS Dashboards wordt hieronder verder uitgelegd.
Hoe werkt een actie?
De kaart en verschillende elementen die in een dashboard geconfigureerd kunnen worden, geven standaard de data weer die in de onderliggende feature service aanwezig is. Het configureren van acties kan een beheerder of een gebruiker meer inzichten bieden in de data. Een actie is altijd gebaseerd op een bepaald event, dat kan bijvoorbeeld gaan om het veranderen van de kaartextent (event), waarna in een element alleen de data binnen die kaartextent wordt getoond (actie). Er zijn drie verschillende soorten events te onderscheiden: URL parameters, veranderen van de kaartextent of het maken van een selectie. In het volgende overzicht is te zien welke elementen in een dashboard de bron van een event kunnen zijn en welke events daarin ondersteund zijn.

Alle acties hebben een bron (source) en een doel (in de interface heet dat target). De bron van een actie kan een dashboard of één van de elementen in een dashboard zijn. Het target is altijd één van de elementen in het dashboard. Als de bron en het target gebaseerd zijn op verschillende databronnen, moet ingesteld worden wat de relatie tussen die bronnen is. Dat kan een relatie zijn op basis van attributen of een ruimtelijke relatie. In het laatste geval wordt de geometrie van features uit de source vergeleken met die uit de targetlaag.
De volgende acties kunnen worden geconfigureerd:
- Filteren – filtert het aantal features zichtbaar in het target element of de operationele kaartlaag
- Set Extent – bepaalt de extent van een target kaartelement
- Flash – doet een geografische locatie binnen een target kaartelement oplichten
- Zoom – laat een target kaartelement naar een specifieke locatie zoomen
- Pannen – laat een target kaartelement centreren op een specifieke locatie
- Show Pop-up – laat een pop-up zien in een target kaartelement
In het onderstaande tabel is zichtbaar welke elementen als bron en target gebruikt kunnen worden. Elementen die niet worden genoemd kunnen voor geen van beide worden gebruikt.

Hoe moet een actie geconfigureerd worden?
Hieronder wordt met een aantal stappen uitgelegd hoe in een dashboard acties kunnen worden ingesteld bij het veranderen van de kaartextent en op basis van een selectie. Voor meer informatie over het gebruik van URL parameters als actie kijk hier.
Bepaal eerst welke elementen in het dashboard de bron en het target vormen voor de actie. In het voorbeeld hieronder is een dataset met alle brandweerkazernes in Nederland in een dashboard gezet. Dharanas is een lijst toegevoegd waarop een actie geconfigureerd moet worden om de kazernes binnen de kaartextent weer te geven.
Hier volgen de stappen om in te stellen dat alleen de kazernes in de lijst (het target) getoond worden die zichtbaar zijn in de kaartextent:
1) Klik in de linkerbovenhoek van de kaart op de Configureren knop:

2) Klik op Kaartacties om de actie te configureren
3) Klik op Actie toevoegen en kies Filteren
4) Klik op Doel toevoegen en kies voor de lijst element.
De actie is nu zo geconfigureerd dat de lijst wordt gefilterd op basis van de extent van de kaart:

Andersom kan met een actie worden geconfigureerd dat een selectie vanuit de lijst element alleen de geselecteerde kazerne op de kaart laat zien.
1) Klik in de lijst element op de Configureren knop.
2) Open het Acties tabblad en kies welke selectiemodus er gebruikt moet worden.
3) Voeg een Pan-actie toe door op Actie toevoegen en dan Pannen te klikken.
4) Klik op Doel toevoegen en selecteer de kaart.
De kaart centreert nu op de kazerne(s) die in de lijst zijn geselecteerd.
Om de kaart voor de gebruiker overzichtelijker te maken, zorgen we er ook voor dat alleen de geselecteerde kazerne(s) op de kaart worden getoond.
1) Klik op het Acties tabblad van het Lijst element nogmaals op Actie toevoegen.
2) Kies voor de Filteren actie en klik op Doel toevoegen.
3) Kies dan voor de operationele kaartlaag in de kaart.
Het dashboard is nu zo geconfigureerd dat bij een selectie in de lijst er gecentreerd wordt op de kazernes en alleen de geselecteerde kazernes overblijven.
Zoals in de tabel hierboven te zien, kunnen met de meeste elementen van een dashboard acties worden geconfigureerd. Hiermee kan het voor gebruikers gemakkelijker gemaakt worden precies de informatie te verkrijgen die zij willen zien in een dashboard.
Inspiratie
Voorbeelden van ArcGIS Dashboards:
https://doc.arcgis.com/en/dashboards/gallery/
Elementen van dashboards beschreven in de documentatie: