ArcGIS Online
Hoe kan ik gebruik maken van subtypes en domeinen in ArcGIS Online?
Achtergrond
Subtypes worden gebruikt om verschillende features binnen een feature class te groeperen in een aantal subgroepen gebaseerd op een attribuutwaarde. Met behulp van domeinen kan aangegeven worden welke waarden gekozen kunnen worden per subtype. Gebruikers worden gelimiteerd met wat zij kunnen invullen, waardoor je achteraf geen typefouten hoeft te corrigeren. Voor de eindgebruiker heeft dit als voordeel dat hij makkelijker de waarden kan invullen bij het editen. Als binnen een organisatie gebruik wordt gemaakt van subtypes en domeinen, kan dit ook meer efficiency van data-opslag betekenen. Het kost minder opslag als er short integers gebruikt worden met getallen (gecodeerde domeinwaarden), dan wanneer de woorden voluit geschreven staan.
Met behulp van subtypes worden regels gesteld. Stel iemand tekent wegen in. Wanneer een snelweg getekend wordt, kan diegene als maximale snelheid alleen nog maar kiezen voor 100, 120 of 130 kilometer per uur. Terwijl bij het tekenen van een lokale weg, er een keuze is tussen 30, 50 of 60 kilometer per uur. Deze kilometers per uur worden opgeslagen in domeinen.
In ArcGIS Online kunnen geen subtypes aangemaakt worden. Om toch gebruik te kunnen maken van subtypes en domeinen in ArcGIS Online en bijvoorbeeld de Field Maps app, worden deze eerst aangemaakt in ArcMap of in ArcGIS Pro.
Aanmaken van subtypen en domeinen in ArcMap
Bij het aanmaken van subtypes en domeinen in ArcMap is het van belang om te onthouden welke typen velden gekozen kunnen worden. Het veld voor de subtypes moet altijd een short integer of een long integer veld zijn. Wat betreft het domeinveld kan elk gewenst veldtype gekozen worden. Het creëren van een feature class met subtypen en domeinen begint met het aanmaken van twee velden in de attribute table: een integer veld voor de subtypes en een willekeurig veld voor de domeinen.
Vervolgens is het mogelijk om de subtypes en domeinen te definiëren. Domeinen kunnen worden ingesteld via de eigenschappen van de file geodatabase of via de eigenschappen van de feature class. In onderstaand stappenplan staat beschreven hoe de domeinen ingesteld worden via de feature class. Voor de functionaliteit ervan maakt het niet uit op welke manier de domeinen zijn ingesteld. Volg hiervoor de volgende stappen:
- Klik in het Catalog Window met de rechtermuisknop op de feature class en kies voor ‘Properties’.
- Navigeer naar het tabblad ‘Subtypes’.
- Kies bij ‘Subtype Field’ voor het zojuist aangemaakte integer veld.
- Vul onder ‘Subtypes’ de onderverdeling in subgroepen in.
- Klik vervolgens op de knop ‘Domains…’.
- Vul in de tabel bij ‘Domain name’ de onderverdeling in die gebruikt gaat worden per subgroep.
- Selecteer de eerste domeinnaam door op het grijze vakje voor de naam te klikken.
- Kies als Field Type onder Domain Properties hetzelfde type als is gekozen toen het veld werd aangemaakt.
- Vul onder coded values vervolgens de verschillende typen in.
- Doe hetzelfde voor de andere domeinnamen en klik op ‘OK’ om weer terug te komen op het tabblad ‘Subtypes’. Hier worden de domeinen gekoppeld en subtypes gekoppeld.
- Selecteer onder subtypes het eerste subtype door te klikken op het grijze vakje voor het subtype.
- Kies in de tabel ‘Default Values and Domains:’ onder domein voor het juiste domein. Doe vervolgens hetzelfde voor de andere subtypen. Klik daarna op ‘OK’.
Exporteren naar ArcGIS Online
Nu de subtypes en domeinen zijn ingesteld in de feature class, kan deze gepubliceerd worden naar ArcGIS Online. Volg hiervoor de onderstaande stappen:
- Log in ArcMap in met een ArcGIS Online account.
- Verwijder de feature class uit de Table of Contents en voeg deze opnieuw toe vanuit het Catalog Window.
- Start een editsessie en stop deze ook weer. Hierdoor wordt een feature template set aangemaakt.
- Klik vervolgens op file -> share as -> service…
- Kies ‘Publish a service’ en klik op ‘next’ en vul een naam in voor de service. Klik vervolgens op ‘Continue’.
- Bij ‘Capabilities’, kies voor ‘Feature Access’. Zet in het tabblad ‘Feature Access’ het vinkje aan voor ‘create’.
- Vul bij ‘Item description’ de verplichte velden in en klik uiteindelijk op publish.
De feature service is nu beschikbaar in ArcGIS Online en er kan gebruik gemaakt worden van de subtypes en domeinen. De domeinen kunnen indien gewenst in ArcGIS Online aangepast worden, bijvoorbeeld door domeinwaarden toe te voegen of te verwijderen.