ArcGIS Pro
Subtypes en domeinen in ArcGIS Pro
Net als in ArcMap, kunnen ook in ArcGIS Pro subtypes en domeinen worden gebruikt. In ArcGIS Pro werkt dit echter net wat anders. In dit artikel wordt uitgelegd hoe subtypes en domeinen kunnen worden aangemaakt en hoe deze aan elkaar gekoppeld kunnen worden.
Subtypes
Subtypes zijn een deelverzameling van features in een feature class of objecten in een tabel, die dezelfde attributen hebben. Ze worden gebruikt om data te categoriseren. Stel, je wilt alle scholen in een regio in kaart brengen. Dan is het handig dat je kunt categoriseren op het soort school, zoals basisscholen, middelbare scholen, beroepsonderwijs en universiteiten.
Aanmaken van subtypes
Het aanmaken van subtypes in een feature layer werkt als volgt:
- Voeg de feature class waarop je een subtype wilt instellen toe aan een kaart.
- Selecteer de betreffende feature layer in de Contents pane. Hierdoor wordt het Feature Layer menu in de ribbon geactiveerd.
Klik in de Design-sectie op Subtypes.

- Klik op Create/Manage in de Subtypes tab. Dit zorgt ervoor dat het Manage Subtypes scherm wordt geopend.

- In het Subtype Field drop-downmenu kun je kiezen op welk veld de subtypes moeten worden toegepast. Je krijgt alleen de velden te zien die Integer als data type hebben.
- Vul vervolgens codes in en een omschrijving van deze codes.
- Nu kan ook een Default Subtype worden ingesteld via het drop-downmenu.
- De waarden zijn nu toegevoegd aan de Subtypes view. Klik op Save om de wijzigingen op te slaan.

Zoals te zien is in het screenshot van de Subtype Manager hieronder, bevat deze een Discover codes knop. Wanneer je deze knop aanklikt, wordt er gezocht naar waardes in het geselecteerde veld, die nog niet in de subtypes tabel gedefinieerd zijn. Vervolgens worden deze aan de tabel toegevoegd. Deze knop is dus een hulpmiddel bij het toevoegen van nieuwe subtypes.

Subtypes verwijderen
Wanneer je een subtype wilt verwijderen, volg dan de volgende stappen:
- Ga weer naar de Subtypes Manager en selecteer de code en omschrijving die je wilt verwijderen.
- Druk op de delete-knop op het toetsenbord.
- Klik op OK en sla de wijzigingen weer op via de Save-knop in de ribbon.
Subtypes aanpassen
Er zijn verschillende dingen die je kunt aanpassen in de Subtypes Manager:
- De volgorde waarin de subtypes worden weergegeven: selecteer een code met omschrijving en sleep deze naar de gewenste plek.
Domeinen
Domeinen zijn regels die geldige waarden definiëren voor een bepaald veld. Zo kun je de toegestane waarden voor een bepaald attribuut beperken. Wanneer er dus een domein is ingesteld voor een bepaald veld, is het niet meer mogelijk om andere waarden in te vullen dan vastgelegd.
Een domein stel je niet in op een feature class, maar op een geodatabase. Domeinen kunnen dus door meerdere feature classes en tabellen worden gebruikt, mits deze in dezelfde geodatabase staan.
- Range domains: hierbij stel je een bepaald bereik van waarden in. Alleen waarden die binnen dat bereik vallen, mogen in dat veld worden ingevuld.
- Coded domains: hierbij stel je een specifiek aantal waarden in, waaruit dan gekozen mag worden aan de hand van een drop-downmenu.
Beide typen domeinen zorgen ervoor dat er valide waarden ingevuld worden voor bepaalde velden.
Aanmaken van domeinen
Het aanmaken van een domein op een geodatabase werkt als volgt:
- Selecteer een feature layer in de Contents pane. Dit zorgt ervoor dat het Feature Layer menu tevoorschijn komt.
- Klik op de data tab en klik op Domains (in de Design-sectie).
- Klik op de knop New Domain. Er wordt een nieuwe rij toegevoegd in de Domains view.
- Kies een naam voor het nieuwe domein, en geef een omschrijving op in het veld daarnaast.
- Kies een veldtype in de Field Type-kolom.
- Maak een keuze tussen Range Domain of Coded Value Domain in de Domain Type kolom.
- Selecteer een Split Policy en een Merge Policy.
- In de tabel rechts, kun je vervolgens de codes of ranges toevoegen.
- Als je klaar bent, klik dan op de Save-knop in de Domains tab in de ribbon om het nieuwe domein toe te voegen aan de geodatabase.

Domeinen toewijzen
Wanneer je een bepaald domein wilt toewijzen aan een veld in een feature class, dan kan dat via de Fields view. Dit werkt als volgt:
- Selecteer de betreffende feature layer in de Contents pane, zodat het Feature Layer menu weer geactiveerd wordt.
- Ga naar de Data tab in dit menu en klik vervolgens op Fields in de Design-sectie. De Fields View opent nu, met daarin de eigenschappen van de velden die de feature class bevat.
- Zoek het veld op waarop je een domein wilt instellen en ga naar de kolom Domain.
- Kies uit het drop-downmenu het gewenste domein. Je kunt hier alleen kiezen uit domeinen die hetzelfde datatype hebben als het veld waarop je het domein wilt instellen!
Zoals je zult zien, kun je via deze weg ook een nieuw domein instellen op de geodatabase. Kies dan voor <Add New Coded Value Domain>
in het drop-downmenu. Volg verder de stappen zoals beschreven onder het kopje “Aanmaken van domeinen”.

Domeinen koppelen aan subtypes
Het is ook mogelijk om domeinen te koppelen aan subtypes. Stel, je hebt subtypes gemaakt van verschillende soorten scholen: basisscholen, middelbare scholen, beroepsonderwijs enzovoorts. Wanneer ook het niveau van de school een belangrijke eigenschap is, kan het handig zijn om slechts een aantal vooraf ingestelde keuzemogelijkheden te kunnen kiezen op het moment dat een bepaald type school wordt gekozen. Bij de keuze voor ‘beroepsonderwijs’, worden bijvoorbeeld alleen de keuzes ‘MBO’ en ‘HBO’ getoond.
Het koppelen van een domein aan een subtype werkt als volgt:
- Ga naar de Subtypes view, via het Feature Layer menu > Data > Subtypes
Ga naar het veld (rij) waarop je een domein wilt instellen en zoek in de kolommen het subtype op waaraan je het domein wilt koppelen. Klik vervolgens in de kolom Domain in het vakje om een domein te kiezen, zoals op het screenshot hieronder.

Domeinen verwijderen
Wanneer een domein wordt aangemaakt, wordt opgeslagen wie de eigenaar van het domein is. De eigenaar is degene die het domein aangemaakt heeft. Alleen de eigenaar kan een domein verwijderen of aanpassen.
Zolang een domein wordt gebruikt in een tabel of in een feature class, kan een domein niet worden verwijderd.
Als een domein niet meer in gebruik is, kan deze wel verwijderd worden. Doe dit als volgt:
- Ga naar de Domains view en selecteer de rij die bij het domein hoort die je wilt verwijderen (door op het vakje links van de kolom Domain Name te klikken).
- Druk op de Delete-knop op het toetsenbord of klik op Delete in de ribbon.
- Sla de wijzigingen weer op via de Save-knop in de ribbon.
Domeinen aanpassen
Een domein aanpassen is wel mogelijk op het moment dat deze in gebruik is. De volgende eigenschappen kunnen aangepast worden:
- De naam van het domein
- De omschrijving
- Split en Merge policies
- Maximale en minimale waardes van een range domain
- Codes en waarden die gedefinieerd zijn in een coded value domain
Het type domein en het type veld kunnen niet meer worden aangepast nadat een domein eenmaal is opgeslagen.